Bijen zijn meesterlijke bestuivers en spelen een cruciale rol in het bestuivingsproces van planten. Ze verzamelen stuifmeel als voedselbron voor hun volk, maar tijdens dit proces dragen ze ook bij aan de bestuiving van bloemen. Het verzamelen van stuifmeel door bijen is een fascinerende en goed georganiseerde activiteit, waarbij verschillende vaardigheden en mechanismen betrokken zijn. Stuifmeel, bekend als bijenpollen, komt voort uit de mannelijke kiemcellen van bloemen.
Om stuifmeel te verzamelen, bezoeken bijen bloemen die nectar en stuifmeel produceren. Ze hebben speciale structuren op hun lichaam die hen helpen bij dit proces. Bijen hebben borstelige haren op hun lichaam, vooral op de poten en het achterlijf. Tijdens het bezoek aan een bloem wrijft de bij tegen de meeldraden, waardoor het plakkerige stuifmeel aan de haren blijft kleven.
De haren op hun pootjes worden ook wel ‘pollenmandjes’ of ‘korfjes’ genoemd. Deze kammen bestaan uit rijen stijve haartjes met vertakkingen en kleine uitsteekseltjes die dicht op elkaar staan. Wanneer een bij landt op een bloem, gebruikt hij zijn kaken en voorpoten om het stuifmeel van zijn lichaam te schrapen en op te hopen op de achterpoten. De bij beweegt zijn poten ritmisch heen en weer, waardoor het stuifmeel in de stuifmeelkorfjes wordt geveegd en compact wordt samengedrukt. Gemiddeld heeft een stuifmeelklompje een gewicht van 12 milligram.
Terwijl de bij stuifmeel verzamelt, raakt hij vaak bedekt met stuifmeelkorrels. Deze korrels blijven aan de haren van het lichaam kleven en worden ook overgedragen naar andere bloemen die de bij bezoekt. Dit is een belangrijk aspect van bestuiving, omdat het ervoor zorgt dat het stuifmeel van de ene bloem naar de andere wordt overgebracht, wat resulteert in bevruchting en de productie van zaden en vruchten mogelijk maakt.
Bijen hebben ook een verbazingwekkend vermogen om de kwaliteit en voedingswaarde van stuifmeel te beoordelen. Ze zijn selectief in hun keuze van bloemen en geven de voorkeur aan bloemen met hoge concentraties stuifmeel en nectar. Bijen kunnen ook bepaalde kleuren en geuren waarnemen die hen naar bloemen met goede voedselbronnen leiden.
Eenmaal terug in de bijenkorf slaan de bijen het verzamelde stuifmeel op in speciale cellen. Ze voegen nectar of speeksel toe aan het stuifmeel, waardoor het wordt omgezet in bijenbrood of bijenpollen. Dit dient als voedselbron voor de bijenkolonie, vooral voor de larven.
Het vermogen van bijen om stuifmeel te verzamelen en te verspreiden, maakt hen onmisbaar in het ecosysteem. Ze spelen een vitale rol bij de bestuiving van bloemen en dragen bij aan de productie van voedselgewassen en de instandhouding van biodiversiteit. Het complexe en goed aangepaste verzamelproces van stuifmeel is een van de vele opmerkelijke eigenschappen van bijen, die ons voortdurend blijven verbazen en verwonderen.